Het jaar dat de paarden kwamen
Dit boek is het eerste deel uit een serie over prehistorisch Europa, hoewel er nog een prequel voor zit. Het jaar dat de paarden kwamen gaat over de dertienjarige Marrah, een jonge vrouw die leeft in een vredelievende stam aan de kust van het huidige Frankrijk. Ze aanbidden moeder Aarde als godin en vrouwen en ouderen hebben een hoge positie en genieten veel respect. Geweld kennen ze eigenlijk niet. Ook paarden zijn onbekend, die zijn sinds de laatste ijstijd uitgestorven.
Op de dag van haar volwassenheidsceremonie ontmoet ze Stavan, een jongeman afkomstig uit een nomadenvolk van bereden krijgers. Hij en zijn volk, die leven in wat ongeveer het huidige Oost-Europa en Rusland is, aanbidden een zonnegod/ oorlogsgod en zijn voortdurend in oorlog met andere stammen. Stavan vertelt Marrah dat zijn volk op zoek is naar meer land om te veroveren. Samen met Marrah's jongere broer trekken ze richting het oosten om Marrah's volk te waarschuwen voor dat van Stavan.
Zoals ook op de achterflap staat, raakt Stavan steeds meer in de ban van Marrah zelf. Dit zorgt voor een loyaliteitsconflict en ook Marrah, die eerst een afkeer van Stavans volk had, begint bepaalde dingen te begrijpen.
Het grootste deel van het boek is een epische reis door prehistorisch Europa, waarbij vele volken ontmoet worden. Hoewel zo'n reis bijna cliché is, was het steeds spannend genoeg om door te lezen. Het contrast tussen Marrah's volk en Stavans volk is erg groot en naar mijn mening wel erg zwart-wit. Bij het ene volk zijn alleen maar vredelievende mensen, terwijl bij het andere volk geweld en wantrouwen doodnormaal zijn. Ik vind dit persoonlijk wat ongeloofwaardig, een mix van verschillende grijstinten ertussen was realistischer geweest.
Dit was het eerste boek dat ik las dat zich in deze tijdsperiode afspeelt.