De toverlantaarn nr 7

Sale!
€ 6,95 € 3,00

Tijdens hun omzwervingen belanden onze twee vagebonden in het Nederlandse Drenthe. Wanneer ze schuilen voor de regen zijn ze getuigen van een overval op een koets. De inzittenden Hans Reinder en zijn verloofde Lene Barends worden door Robert en Bertrand ter hulp geschoten en krijgen als beloning een voorstelling met de toverlantaarn. Hans geeft immers overal ten lande voorstellingen met zijn toverlantaarn terwijl hij met sneldicht de geprojecteerde beelden van commentaar voorziet.
Het tweetal is op weg naar de stad waar ze in het geheim willen huwen omdat Lene's vader zich hevig verzet tegen de relatie van de twee. Ze nemen afscheid van elkaar en de vagebonden wensen de geliefden een voorspoedige toekomst. Wat later beseft Bertrand dat hij een plaatje van de toverlantaarn heeft vergeten terug te geven en gaan het koppel achterna. Niet veel later hebben ze de koets ingehaald maar ze zien dat ook Boer Barends hen heeft gevonden. Ze zien hoe de nukkige boer Hans het ziekenhuis in slaat en Lene hardhandig in zijn koets duwt.

In het ziekenhuis vraagt Hans aan zijn nieuwe vrienden om een brief te bezorgen aan Lene en indien ze wensen mogen ze ook voorstellingen geven met de toverlantaarn. Het verhaal van het meisje met een zandkorrel op haar hoofd heeft de vagebonden in de ban en ze stemmen toe. Ze rijden naar de hoeve van Barends en krijgen er onderdak. Tijdens hun verblijf leren ze dat Lene niet het enige slachtoffer is van de boer. Wanneer Arie, één van de pachters van Barends niet kan betalen wordt hij hardhandig uit zijn huis gezet waardoor hij met zijn gezin op straat staat. Veldwachter Smonks vertelt dat dit zeker geen alleenstaand feit is en dat er veel armoede heerst in de streek. Arie heeft in ieder geval genoeg van de manier waarop hij wordt behandeld door Barends en zweert wraak te nemen op de hardvochtige boer.

Die nacht gaat Lene er vandoor en wanneer de boer haar verdwijning ontdekt is hij wit van woede. Hij springt op een paard en rijdt als een bezetene achter zijn dochter. Tijdens de rit rijdt hij zelfs de onfortuinlijke Arie ondersteboven maar een geheimzinnige vrouw doet plots zijn paard steigeren. Barends komt hard ten val en moet door Robert en Bertrand naar bed gebracht worden waar hij enkele dagen zal moeten rusten. Van rust is echter geen sprake want nog die nacht breekt er brand uit in de grote schuur van de boer. In de verte zien ze nog een schim verdwijnen in het maanlicht en Barends lost een schot dat raakt lijkt te zijn. Bertrand gaat op zoek naar de dader maar ziet tot zijn verbazing het silhouet van een vrouw voor zich opduiken. Hij probeert de vrouw in te halen maar komt ten val en stoot zijn hoofd tegen een zware tak. Als hij terug bij zijn positieven komt heeft de vluchtende vrouw hem verzorgd en zijn hoofd verbonden. Hij keert met lege handen terug naar de boerderij waar ondertussen ook Smonks is aangekomen. Hij hoort van de bedreigingen van Arie en gaat naar de man om hem te ondervragen. Het was inderdaad Arie die getroffen werd door de kogel van Barends maar hij beweert niets met de brandstichting te maken te hebben. Hij vluchtte weg omdat hij op zijn terrein aan het stropen was. Hij zag hoe Bertrand de vrouw achtervolgde en daarbij ten val kwam maar weet verder niets. Smonks neemt de man mee in afwachting van zijn proces. De veldwachter wil ook Lene ondervragen omdat ze in onmin leefde met haar vader. Robert en Bertrand gaan Hans bezoeken en horen zo dat Lene een kamer heeft gekregen van zijn verpleegster Annechien. Haar hospita zal zeker kunnen bevestigen dat ze thuis was op het moment van de feiten.