De levende brug nr 4
Robert en Bertrand zijn op weg naar Antwerpen om samen met Joeki hun vakantie op het landgoed van de familie Dewit door te brengen. Op de paardentram maken ze kennis met Lode Crammers. Een jongeman die Julia Dewit ten huwelijk wil vragen. Lode is van lage afkomst maar werkte zich omhoog in het exportbedrijf van zijn oom mijnheer Meyers en durft nu eindelijk Julia ten huwelijk te vragen. Als ze aan de halte komen staat Nummer 17 hen op te wachten maar groot is hun verbazing wanneer Nummer 17 er niet staat voor hen maar voor Lode. Hij wordt verdacht van verduistering en bij hem thuis werden belastende papieren gevonden.
Als een poosje later Julia opdaagd vertellen Robert en Bertrand wat er is gebeurd. Ze kan niet geloven dat Lode schuldig is en ze vraagt aan onze vagebonden om achter de waarheid te komen. Die nacht terwijl Robert de veldwachter aan het lijntje houdt gaat Bertrand met Lode spreken. Lode zegt hem dat enkele dagen geleden de sleutel van zijn bureaulade werd gestolen en dat enkel de dief het bezwarend materiaal erin gelegd kon hebben. Ze moeten dus de sleutel zoeken. Met een aanbevelingsbrief van Julia kunnen ze als havenarbeiders aan de slag in de firma Meyers waar ze kennismaken met de zoon Georges Meyers.
Een ongeluk komt nooit alleen want Nummer 17 heeft door dat zijn wild ook aanwezig is in de stad. Het duurt niet snel of hij heeft hun spoor tot bij de villa van Dewit gevonden. Hij ziet er Joeki spelen in de tuin maar die heeft op zijn beurt de speurder opgemerkt en kiest het hazenpad. Om de speurder voor te blijven springt hij van een brug op een voorbij komende trein die halt houd in de dokken. Eenzaam en hongering dwaalt de jongen door de dokken waar hij gevonden wordt door Zatte Rik. Joeki vertelt de man alles en laat hem bij hem wonen in zijn krotwoning tot hij Robert en Bertrand heeft gevonden. Nauwelijks is Joeki ingeslapen of hij wordt gewekt door stemmen. Het zijn havenarbeiders die komen vergaderen over akties om het algemeen stemrecht te bekomen.